
Op TV zag ik de documentaire ‘Jongen zonder Gisteren’ over Jur Deitmers, een jongen die op 21-jarige leeftijd een ernstige hersenontsteking krijgt. Hij overleeft het ternauwernood, en als hij in het ziekenhuis weer wakker wordt is zijn geheugen verdwenen. Op de vraag ‘can you point out your mom?’ (die aan zijn bed staat), antwoordt hij ‘die is er niet’. Hij kan dus nog spreken en, naar later blijkt, piano spelen, maar is 21 jaar geheugen kwijt. Ook begrijpt hij gezegdes en uitdrukkingen niet meer- zijn taalbegrip lijkt beperkt tot wat letterlijk gezegd wordt. Hij weet niet wie Sinterklaas is, wat Italië is, wat een land is, maar het begrip ‘moeder’ kent hij dus wel. Hij herkent haar alleen niet meer. En het pianostuk dat zijn vingers spontaan beginnen te spelen heeft hij eerder opgevoerd bij de uitvaart van zijn grootvader. Zou het kunnen dat onze hersenen dingen dieper opslaan die belangrijk zijn voor overleven, zoals taal en gebeurtenissen waar meer emotie aan vastzit?
Een artikel in Trouw lijkt daarop te wijzen. Het beschrijft een studie waarin bij muizen tijdelijk het kortetermijngeheugen werd uitgeschakeld, waardoor ze vergeten waren dat een donker hol een angstige situatie kon opleveren: ze liepen onbekommerd die ruimte in. Tot verbazing van de onderzoekers meden ze echter een dag, week, en maand daarna het donkere hol wél: de angstige situatie leek rechtstreeks in het langetermijngeheugen opgeslagen. Vanuit evolutionair oogpunt is dit best te begrijpen.
Ik vroeg me daarom af of, en hoe zijn persoonlijkheid veranderd was. Hoe je reageert op impulsen van buitenaf, en je normen en waarden, worden voor een belangrijk deel bepaald in je (jonge) jeugd. Dan ontwikkel je de overlevingsmechanismes die je je hele leven zult gebruiken, en die je gedrag mede bepalen. Dus wie ben je als je geheugen gewist is? Word je daarna opnieuw gevormd door nieuwe ervaringen? Of zijn er gebeurtenissen dieper, in het onbewuste deel van je brein, opgeslagen waardoor je toch de persoon blijft die je was vóór het geheugenverlies? Jur is in dezelfde warme omgeving van zijn familie opgevangen als waarin hij opgroeide. Maar hij heeft een andere plek in het gezin gekregen, waarbij hij als volwassene, met een heel ander taalbegrip dan voorheen, alle sociale normen en gebruiken opnieuw heeft moeten leren, evenals wat er tussen de regels door bedoeld wordt. Dat lukt hem, dankzij zijn nieuwsgierigheid, leervermogen en ongelofelijke doorzettingsvermogen die eerder erfelijk dan aangeleerd lijken. Maar hij is toch ook veranderd. Milder, onbevangener, en hij kijkt net zo onderzoekend naar zichzelf als naar de mensen en de wereld om hem heen. Hij beseft dat zijn geheugenverlies hem in staat heeft gesteld om zonder belemmerende overtuigingen de wereld tegemoet te treden, en besluit zijn TED talk met ‘Don’t let your past limit your future’. Voor de meesten van ons betekent dit dat we onze belemmeringen moeten (h)erkennen, om ze los te kunnen laten.