Dat je geen telefoon of (smart)watch hoeft te hebben om te weten hoe laat het is, bewijst onze hond dagelijks. Vanaf een uur of vijf wordt hij onrustig, en om zes uur ’s middags is hij niet meer te houden: dat is zijn etenstijd. Hij volgt je als een schaduw en ondersteunt dit vocaal met lichte wolfgeluidjes, net zo lang tot je hem zijn avondmaal geeft. Hetzelfde gedrag vertoont hij als we terugkomen van een wandeling. Op alle andere gelegenheden dat wij mensen iets eten, is hij nooit ver weg (want je weet nooit of er niet iets van de tafel valt), maar verder houdt hij een ‘low profile’. Het verschil zit hem in de zekerheid waarmee hij iets te eten zal krijgen. 18:00 uur is een hard gegeven, net als het hondenkoekje na een wandeling, maar op alle andere momenten is het maar afwachten of er iemand is die lak heeft aan de niet-bedelen-richtlijn. Kortom: onze hond toont gevoel voor entitlement, en dat is geheel gerelateerd aan de voorspelbaarheid van datgene waarvan hij vindt dat het hem toekomt: eten.
Waarom zou dat mechanisme bij mensen anders werken? Als een bron (of het nou eten is, water, geld, aandacht, noem maar op) voorspelbaar beschikbaar is, wordt het al gauw iets waarvan je vindt dat het je toekomt. Daarom maakt méér geld iemand die al rijk is niet gelukkiger. Daarom was er voor de Beatles en DoeMaar na al die zalen met uitzinnig gillende meisjes op een gegeven moment geen lol meer aan. En daarom riskeert een hele generatie curlingouders volwassenen te creëren die zijn opgegroeid met een scheve blik op de balans van geven en nemen- omdat ze wat ze nemen als een gegeven beschouwen. Ik hoor ook tot die generatie. Mijn moeder, die opgroeide met het besef dat kinderen ‘gezien, maar niet gehoord’ mochten worden, heeft als oma vaak verzucht dat onze kinderen een veel leukere jeugd hadden dan zij zich kon herinneren. Elke generatie leert van zijn eigen opvoeding, dus mijn broer, zussen en ik mochten wel gehoord worden, maar ik durf te zeggen dat onze kinderen weer meer warmte hebben ervaren. Hoe leer je ze dan dat dat allemaal niet vanzelfsprekend is en dat je autonoom je eigen toekomst moet boetseren? Woorden reiken maar tot zover; ze moeten in het echte leven leren van ervaringen en tegenslagen. Misschien dat burn-outs zich daarom op steeds jongere leeftijd voordoen. Ik kom niet veel verder dan beschikbaar zijn met warmte en aandacht, de verantwoordelijkheid voor (grote) beslissingen steeds bij je volwassen kind te laten en niet toe te geven aan de sterke verleiding om dingen voor hem of haar op te lossen. Moeilijk? Ja, heel erg :).
